zaterdag 9 februari 2008

Joodse Rellen- een mogelijkheid?

Uit dagblad "Trouw", zaterdag 09-02-2008

’Banned Frank’, de gratis Boomerangkaart, uitgezocht door gastredacteur Birgit Schuurman. |
FOTO ANP
Aan het zorgeloze en idyllische leven van de Nederlanders kwam abrupt een einde, toen Birgit Schuurman als gastredacteur van Boomerang nietsvermoedend een afbeelding selecteerde van Anne Frank – voor de gelegenheid kunstig en veelzeggend gewikkeld in een Palestijnse sjaal. De provocerende afbeelding was bestemd voor een nieuwe reeks Boomerangkaarten, gratis verkrijgbaar in Nederlandse horecagelegenheden.

Kort nadat de kaart overal opdook, riep het Centrum Informatie en Documentatie Israël (Cidi) op tot een boycot. Eerst leek er niet veel aan de hand te zijn, er kwam zelfs nog een dialoog op gang. Maar toen Boomerang besloot om de kaart, ongeacht de bezwaren van het Cidi, niet terug te nemen, ging het mis. Enkele dagen later braken de eerste rellen uit in het Joods bejaardencentrum Beth Shalom.

De beelden uit Amsterdam-Zuid staan inmiddels in het collectieve netvlies gegrift. De uitgebrande gebouwen en ontspoorde trams zijn de stille getuigen van het geweld dat de geliefde hoofdstad zo onverwacht getroffen heeft. Sinds de uitbarsting zijn op televisie dagelijks gesprekken te zien met boze Joodse bejaarden die in kleine groepjes doelloos rondwandelen met een woeste blik in hun ogen. Zo nu en dan sneuvelt er een raam of gaat er een auto in vlammen op. Niemand durft in te grijpen. Af en toe komt de politie kijken – hun komst leidt direct tot confrontaties. Stokoude Holocaustoverlevenden worden dan uiteengedreven, terwijl ze hevig terugslaan met wandelstokken en andere protheses.

In beeld verschijnt Saartje, 89 jaar oud en overlevende van Auschwitz-Birkenau. Ze staat in wat over is gebleven van de Kastelenstraat, heeft een spuitbus in haar hand en wijst trots naar een muur waar ze net met veel moeite ’Dood aan de Gojiem’ op gespoten heeft. „Eerst wilden jullie Anne’s boom omhakken, nu wordt het Israëlisch-Palestijnse conflict met de Holocaust vergeleken. We zijn het zat.”

Een paar omstanders knikken instemmend. „We pikken het niet langer”, zeggen ze. „Wij eisen respect!” Kwaaie gezichten kijken in de camera. Dan wijkt de menigte uiteen en wordt er onder luid gejoel een Nederlandse vlag in brand gestoken. Even later loopt de camera met het groepje mee naar het hoofdkwartier van de Joodse demonstranten, de ruïnes van het bejaardencentrum Beth Shalom.

Daar aangekomen stelt Saartje de kijkers voor aan Wim. Wim is een man van een jaar of veertig. Hij is niet Joods, maar hij voelt zich wel verbonden met het Joodse volk. Wim is woordvoerder public relations. „Die kaart was een bewuste provocatie en een belediging voor iedere Jood”, zegt hij. „Iedereen die u hier ziet heeft familie verloren, was ondergedoken of heeft in een concentratiekamp gezeten. Om wat hen is overkomen te vergelijken met Palestijnen die genoodzaakt zijn om frisdrank en motorfietsen te kopen in Egypte gaat ons te ver. Véél te ver. Wij hebben de plicht de herinnering aan onze verloren geliefden te verdedigen. Jarenlang hebben we over ons heen laten lopen, maar nu is het genoeg. Als wij het niet doen, doet niemand het.”

Wat begon als een opstand van een paar bejaarde Holocaustoverlevenden, heeft inmiddels de proporties aangenomen van een ware massabeweging. Sinds de rellen uitbraken zijn uit heel Europa duizenden Joden en Joodse sympathisanten toegestroomd naar Amsterdam, ground zero, om hun steun te betuigen aan ’De Opstandelingen van de Joodsche Invalide’.

Uiteraard kon de commotie niet beperkt blijven tot Nederland. De hele Joodse wereld is in rep en roer geraakt. Nadat een toonaangevende Hebreeuwse krant beweerde dat ’Mein Kampf’ het favoriete boek van Jan Peter Balkenende zou zijn, wordt in de Volksdemocratie Jeruzalem de Nederlandse ambassade dagenlang door een fanatieke menigte belaagd. De oorlogsverklaring van de Republiek Ashdod en hun belofte om een commandoteam te sturen „om Anne Frank te redden uit de handen van de Gojiem” baart Den Haag nog de meeste zorgen, op de voet gevolgd door het dreigement van het koninkrijk Groter-Haïfa om alle koeien van Nederlandse afkomst terug te sturen.

Dat de opperrabbijn van Ramle Birgit Schuurman gemaand heeft zich tot het jodendom te bekeren en haar ten huwelijk heeft gevraagd „zodat zij haar ziel kan redden”, schoot het rabbinaat van West-Netanya overigens in het verkeerde keelgat. In het historische verdrag waarin Israël verdeeld werd in 153 verschillende Joodse staatjes zodat de Joden voor de verandering een keer de meerderheid hebben in de VN, kreeg West-Netanya het laatste woord aangaande religieuze zaken. De West-Netanyanen hadden kort daarvoor al de kabbalistische banvloek ’Pulsa Dinura’ over haar uitsproken en zijn van mening dat haar ziel helemaal niet te redden is.

Opmerkelijk genoeg is het in de ultraorthodoxe vrijstaat Mea Shearim rustig gebleven, maar dat komt waarschijnlijk doordat ze daar van mening zijn dat de wereld buiten Mea Shearim toch maar een verzinsel is.

Het CIJO heeft voor die avond een demonstratie georganiseerd. Tegen afbeeldingen van Anne Frank die kwetsend zijn voor joden. Het CIJO is de jongerenorganisatie van het Cidi. In feite vormt ze een soort Cidi-Jugend van getrainde en gedisciplineerde Joodse fanatiekelingen. Hoeveel leden ze precies hebben is onbekend. Sommige analisten denken tientallen, anderen menen dat het er wel honderden zouden kunnen zijn. Het vermoeden is dat zij belangrijke posities bekleden in het Nederlandse openbare leven en er naar streven om van Nederland een Joodse staat te maken. In ieder geval is zeker dat zij banden onderhouden met de verschillende Israëlische geheime diensten en dat niemand hun daarom een strobreed in de weg durft te leggen.

De jongeren verzamelen zich samen met talloze buitenlandse sympathisanten op de Dam, waar een mars zal worden gehouden naar het huis van Anne Frank. Eerst is er even commotie omdat de orthodoxe deelnemers niet naast de afgevaardigden van de Joodse homo-organisatie Shalhomo willen staan. Maar dan verschijnt Cidi-directeur Ronny Naftaniel en begint het publiek enthousiast ’Ronny! Ronny! Ronny!’ te scanderen. Naftaniel lacht, heft zijn armen in de lucht, maant de menigte tot kalmte en spreekt.

Verschillende vooraanstaande Joden uit binnen- en buitenland zijn gekomen om toespraken te geven. Er worden liedjes gezongen, er wordt met vlaggen gezwaaid en voorgelezen uit het dagboek van Anne Frank. Dan zet de massa zich in beweging naar het Anne Frank-huis terwijl de politie nerveus toekijkt. Eenmaal aangekomen laat een aantal vrijwilligers zich aan de wereldberoemde boom vastspijkeren zodat zij die met hun lichamen kunnen verdedigen. Zelfs nadat blijkt dat de binnenstad van Amsterdam door de demonstranten in vuur en vlam is gezet, blijven de media rapporteren dat de demonstratie rustig is verlopen.

Enkele dagen later komen prominente Nederlanders met een manifest om „de neerwaartse spiraal van intolerantie en onverschilligheid” in Nederland te doorbreken. Ze doen aangifte tegen Birgit Schuurman wegens aanzetten tot haat.

Daniël Teeboom is publicist te Amsterdam

Geen opmerkingen: